(1) bron rijksmuseum Amsterdam
(2) Zie de kaart van Claes Janszoon Visscherjan Visscher, de Leo Belgicus uit 1609
Het gaat om een cartografische conventie waarbij de Nederlanden in de vorm van een leeuw werden afgebeeld. Voor het eerst werd dit getekend in 1583 door de Oostenrijkse cartograaf Michael Aitsinger (1598) en daarna is het thema vele malen gekopieerd. De beroemdste Leo Belgicus is wel die van Claes Jansz. Visscher uit 1609. De leeuw was een veel gebruikt heraldisch dier in de Nederlanden: Brabant, Vlaanderen, Zeeland, Holland, Gelre, Henegouwen, Limburg en Luxemburg hadden er één in het blazoen. Ook de Unie van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden koos een leeuw, 'Generaliteitsleeuw' geheten als wapendier. ( Wikipedia)
(3) Johannes Vermeer ( 1632-1675), pag 34, Mariet Westerman, 2004, Uitgave Rijksmuseum Amsterdam
(4) Gezicht op Delft van Vermeer is te zien in het Mauritshuis te Den Haag.
(5) www.e-perimetron.org/Vol_1_2/Livieratos_Kousoulakou/Livieratos_Koussoulakou.pdf pg 142,2007
(6) ibid
(7) Martine Neddam
(8) uit www.arabieren.be/nederlands/culturele_erfenis/symbolen.htm
(9) Het vooroudergevoel, de vaderlandse geschiedenis, Jan Blokker, Jan Blokker jr en Bas Blokker, Contact 2005, pag 29, pag 58
(10) www.ngw.nl/rykswap.htm#voor1582
(11) Hubert de Vries, Wapens der Nederlanden,Uitgeverij Jan Mets,1995. Een uitstekend boek waar uitgebreid wordt ingegaan op de herkomst en de ontwikkeling van wapens van bestuurlijke organen in de Nederlanden. Met heel veel verwijzingen. Wel begrijp je meteen waarom heraldiek niet meer populair is in Nederland. De hoeveelheid graven, hertogen, stadhouders en koningen. "Het duizelt je om de oren".
(12) Ibid, pag 21
(13) Leidse laken werd vervaardigd van wol van uitmuntende kwaliteit. Engeland leverde voor de Europese markt via de doorvoerhaven Calais een eerste klas product. Daar beoordeelden en kochten de Leidse ondernemers, de drapeniers, de aangevoerde huiden. Waarom wol van Engelse schapen?
De kwaliteit van de wol van Hollandse schapen was beduidend minder.
In Leiden werden de huiden gesorteerd en gewassen waarna de wol, na het drogen, door de verver in grote kuipen werd geverfd. Het verfbad bestond uit water, meekrap, aluin en vrijwel altijd uit urine. Meekrap, een natuurproduct, gaf aan wol een gloedvolle kleur.
De geverfde huiden werden op ramen in de open lucht gedroogd en daarna opnieuw gewassen. Vervolgens werden de wolvezels gekamd en tot draden gesponnen. Dat werk werd voornamelijk door vrouwen verricht. Als de Leidse vrouwen het werk niet aankonden werd het spinnen ook elders in Holland uitbesteed. Na het tot draden spinnen kwam het weven. Dat gebeurde bij de wevers thuis. Zij waren niet in vaste dienst en werkten op basis van stukloon, doorgaans een karig loon. Na het weven volgde het vollen van de geweven stof. Bijzonder smerig werk dat door vollers in de nachtelijke uren werd verricht. Urenlang stampten zij spiernaakt rond in de volkuipen waarin de geweven stof door de werking van urine, warm water en volaarde kromp en vervilte.
De geweven stof werd opnieuw gewassen en gedroogd waarna een laatste behandeling volgde. Met bollen van de kaardedistel werden door de kaarder de wollen vezels opgehaald om de stof te ruwen.
Uiteindelijk werd door de waardijns de kwaliteit van de geweven stof beoordeeld. Pas als zij de stof hadden gekeurd en goed bevonden hechtten zij daaraan het keurmerkzegel van de stad, een loden zegel. Al naar gelang van de kwaliteit een groot of klein loodje. Het laken kon nu zijn reis naar de klant beginnen.
uit members.chello.nl/m.klein5/geschiedenis%20van%20Leiden%20-%20van%20schapenhuid%20tot%20wollen%20stof.htm
(14) geel was veel goedkoper en had veel minder aanzien dan rood en blauw. De rood en de blauw ververs (dit waren twee verschillende beroepen!) hadden een veel hoger aanzien dan de geel en de zwart ververs. Volgens Johannes Richter in het boek het verven van purper in de middeleeuwen blz 10 gebruikten rood en blauw ververs dure grondstoffen en mysterieuze processen. De zwart ververs gebruikten walnoot en afgewerkte baden van rood en blauw om zwart te maken. En geel was gewoon simpel. www.van-dingenen-over-planten.nl/8.%20Natuurlijke%20verfstoffen%20Geel.html
(15) De zuidelijke Nederlanden waren toen veel belangrijker dan het noorden. Als er al routes bestaan of gezongen lijnen dan lijkt veel uit het oosten en zuiden te komen. Middelburg werd niet voor niets de tweede stad van de VOC. Maar in de twaalfde eeuw bestond de voc nog niet. De wol kwam uit Engeland vanwege een betere kwaliteit. Tussen 1150 en 1400 vond de voornaamste productie plaats in diverse Vlaamse steden, waar de hanze steden via Calais van lakens warden voorzien maar na 1400 groeide de lakenindustrie van Leiden uit tot de belangrijkste in Europa. In Leiden werd de productie voor het eerst geïndustrialiseerd. Dat wil zeggen dat het gehele productieproces niet meer binnen één bedrijf plaatsvond maar volgens een strikte taakverdeling, waarbij in diverse stappen halffabricaten werden geproduceerd. Het gehele productieproces stond onder strenge controle. Hiermee werd een constante hoge kwaliteit van het laken bereikt, waardoor Leids laken zeer gewild was. In 1417 besloot de Hanze dat alleen gekeurd Leids laken mocht worden verkocht. (Wikipedia)In Zeeuws Vlaanderen (daar bedoel ik ook de vlamingen mee) vond de eerste gouden eeuw echter al in de dertiende eeuw plaats. Oranje en goud werkten samen.
(16) Buro jan-ZE, Citysacpeeast DAM 02022002, www.burojanze.nl/cityscapeeast/lezing15sept2002.htm